Reijer Lubbertsz
Reijer Lubbertsz ,
, -
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 36; 10-01-1669: Compareerden voor Schepenen tot Laren, Pieter Lambertsz, Tijmen Jaob Gerritsz voor haar selve, Isaack Mathijsz als vooght over de kinderen van Otto Lambertsz en Thomas Jacobsz Henvliet gerquireerde
voor Reijer Jan Reijersz ter eenre en Reijer Lubbertsz als weduw-man van Geertien Lambertsz sijne geweesene huijsvrouw ter andere sijde..
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 56; 04-11-1669: Laren; Compareerde Claas Isaacksz, die bij forme van willige condemnatie aengenomen heeft aen Reijer Lubbertsz als boedelhouder van de naelatenschap van Geertien Lamberts sijn afgestorven huijsvrouw
te betalen een somme van f 150,-
-
SAGV155.2-3235, Folio 169-170; 17-11-1670: (Moeilijk leesbaar) Compareerden ter Secretarie van Blaricum Pieter Lambertsz Bol, Timen Jacob Gerritsz en Lambert Reijersz mitsgaders Reijer Jansz als vader en vooghdt van Neeltge Reijers en noch de
voornoemde Timen Jacob Gerritsz als vooghdt van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz te samen erfgenamen van Geertge Lamberts als namentlijck de voornoemde Pieter Lambertsz Bol en Timen Jacob Reijers??? voor 1/4 part Lambert Reijersz en
Neeltgen Reijers te samen voor 1/4 part en de kinderen van Otto Lambertsz te samen 't resterende 1/4 part en verclaerden sij comparanten aen gaende de erfenisse van de voornoemde Geertgen Lambertsz soo als deselve en haer gedeelt was tegens
Reijer Lubbertsz weduwenaer van de selve geschift en gescheijden te sijn in de maniere als volght dat namentlijck .. volgt verdeling van gronden.- Vader:
Lubbert Hendricksz , zn. van Hendrick Lubbertsz ,
geb. in 1599 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1624-45,
ovl. in 1665 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1665-27,
, -
LUBBERT HENRICXSZ / LUBBERT HEIJNDRICKSZ
Huizen Koptienden (1624-45 1665-27):
1624-45: v. VADER Henrick Lubbertsz 1 Spt 4 cop
- op Henrick Lubbertsz: 4 cop
- Situatie: 1 Spt
1630-42: v. Lambert Tijmensz 2 cop
- v. Henrick Tijmensz 4 cop
- Situatie: 1 Spt 6 cop
1628-42: v. Wijchert Hermensz 4 cop
- op VADER Henrick Lubbertsz 2 cop
- v. Jacob Hermensz 1 cop 1/2
Situatie: 2 Spt 1 cop 1/2
1630-42: v. Aert Hermensz 1 cop
- v. Meus Jansz (Molquern) 4 cop
- v. VADER Henrick Lubbertsz 3 cop
- v. Wijgert Hermensz 2 cop
- Situatie: 3 Spt 3 cop 1/2
1632-40: v. Rutger Evertsz 3 cop
- op BROER Jacob Henricksz 6 cop
- v. Lambert Claesz 1 Spt 3 cop 1/2
- Situatie: 4 Spt 4 cop
1635-41: v. BROER Gijsbert Henricksz 2 cop
- op Jacob Lambertsz d'Oude 3 cop
- v. SWAGER Jacob Lambertsz d'Oude 1/2
- Situatie: 4 Spt 3 cop 1/2
1636-41: op BROER
- Lambert Henrick Lubbertsz 2 cop
- Situatie: 4 Spt 1 cop 1/2
1637-40: v. Eelt Jansz Anxsz 1 cop
- v. Lubbert Gijsbertsz 1 Spt
- op Evert Evert Jansz 7 cop
- v. Wijchert Harmensz 1 cop
- Situatie: 4 Spt 4 cop 1/2
1640-37: op Jacob Willemsz 1 cop
- Situatie: 4 Spt 4 cop 1/2
1642-38: op SOEN Lambert Lubbertsz 1 Spt 4 cop
- Situatie: 3 Spt 1/2
1644-31: v. Gerrit Pietersz Jes 2 cop 1/2
- Situatie: 3 Spt 3 cop
1651-31: v. Henrick Pietersz 2 cop
- v. Gerrit Tijmensz 1 cop 1/2
- v. Henrick Lubbertsz 1 Spt 4 cop
- Situatie: 5 Spt 2 cop 1/2
1653-31: v. Tijmen Gerritsz (Vos) 1 cop 3/4
- Situatie: 5 Spt 4 cop 1/4
1654-31: v. Gerrit Jansz Decker 1 cop
- Situatie: 5 Spt 5 cop 1/4
1655-31: v. Henrick Lubbertsz 4 cop
- Situatie: 6 Spt 1 cop 1/4
1658-31: op ZOON Claes Lubbertsz 1 Spt 4 cop
- Situatie: 4 Spt 5 cop 1/4
1659-31: v. Cornelis Jansz Vracht 3 cop 1/2
- op Corn: Corn: Corn: 6 cop
- Situatie: 4 Spt 2 cop 3/4
1660-27: ER STAAT: 4 Spt 3 cop 1/4
- v. Claes Lambertsz 1 Spt
1662-27: Situatie: 5 Spt 3 cop 1/4
- op Cornelis Gerritsz Jacobsz 1 Spt 5 cop 1/2
- op Claes Meusz (Muijs) 1 Spt 5 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 1/4
1665-27: v. Claes Lubbertsz 1 Spt 4 cop
- op Peter Claesz 2 Spt
- Situtie: 1 Spt 4 cop 1/4
- op Hendrick Lubbertsz 1 Spt 4 cop 1/4
-
ORA-184-3186A161; 27-02-1655: Jan Jacobsz Visscher onse buijrman die verkocht aen Lubbert Heijn/Heijndricksz onse mede buijrman een stuck boulant soo groot soo cleijn van outs gelegen Gijsbert Dirck Jansz ten suijden@ Gijsbert Claesz Bout ten
noorden voor f 80
-
ORA-184-3214A001; 17-04-1657: Huwelijkse voorwaarden tussen Claes Lubbertsz geassisteert met Lubbert Hendricksz zijn vader ter eenre, en Bettge Hendricks geassisteert met Jan Bartholomeusz Cop haar voogd mitsgaders Pieter Theunisz haar Oom @
Gerrit Jansz Buijrmr. van Blaricum haar neef ter andere zijde. Bruidegom: Land en goederen. Bruid: o.a. 1/4 part land komende volgens testament van Evert Hendricksz; 1/8 part van een huis gelegen in Blaricum en nagelaten door Willem Teunis .
Een en ander afhankelijk van de pretenties van de huisvrouw van Teunis Jansz op de erfenis van Willem Teunisz
-
ORA-184-3170;10-09-1658: Gerrit Hendricksz buijrman tot huijsen als erfgenaam van zaliger Lambert Hendricksz voor hem selve voorts als last hebbende @ hem sterck maeckende voor Fytus Hendricksz, Ghijsbert Hendricksz, Lambert Hendricksz, Aeltje
Hendricksz @ Timen Jacobsz mitsgaders Hendrick Jacobsz kinderen @ erfgenamen van Jacob Hendricksz ende te samen mede erfgenamen van de voorsz Lambert Hendricksz in de zaak jegens Lubbert Hendricksz mede-erfgenaam van voorgemelte Lambert
Hendricksz
-
ORA-184-3171; 29-09-1665: Op 29-09-1665 compareerden voor Jan Hendricksz en Jacob Cornelis schepenen, Elbert Rutte Ruijn en Lambert Jansz Speelman verzocht zijnde door Lubbert Hendricksz om te getuijgen dat requirant over ontrent 6 weecken
sonder inde precise tijd behaelt te willen sijn, haer versocht had om nevens hem te rijden aen 't schip van Jan Vol, die hen requirant soo als sij seijde verweten hadden dat hij een voorn Jan Vol belast soude hebben water te gieten inde
boeckweijt die de requirant in het schip van de voorsz Jan Vol geladen hadden en dat sulx voor sijn kneght bewijsen soude, Ende na dat hij aen 't voorn schip gecomen waere dat de requirant, de kneght van de voorn. Jan Vol in haeren presentie
heeft afgevraaegt off sij kennis hadden dat sij Lubbert Hendricksz de voorn. Jan Vol belast hadden water te gieten in de boekweijt ende dat de voorn kneght van Jan Vol daer op geantwoordt heeft dat hij daer van niet en wiste presenterende
(3171-08-11-1669: Jan Lauresz alias Jan Vol)
-
ORA-184-3171; 13-04-1666: Lubbert Hendricksz te kennen gevende dat hij vercoght hadt aen Cornelis Gerritsz (Jacobsz) seeckere twee stuckjes lants gelegen in de jurisdictie der Stadt Naerden de eene op 't Naerder Hooch groot ontrent 3 schepel
belendet Evert Willemsz ten Westen en de Weduwe van Elbert Jansz Swart ten Oosten, 't ander achter kemmer bergh groot ontrent 7 spint naest Jan Lambertsz Swart ten zuijden ende Aert Koesz ten Noorden voor f 400 te betalen aan o.a. Baertgen
Hendericks weduwe van Jan Jacobsz Coopal tot Naerden
Zonen van Lubbert Hendricksz: Hendrick Lubbertsz, Lambert Lubbertsz
-
ORA-184-3173; 03-11-1682: Jacob Elbertsz Vos CONTRA Hendrick Lubbertsz als erfgenaam van sijn vader Lubbert Hendricksz, hij concludeert tot betalinge van de somme van f 315 volgens schepenkennisse van d.d. 22-05-1662 enz,
relatie.
relatie
met
Geertien Lamberts , dr. van Lambert Cornelisz ,
ovl. te overleden < 1669,
, -
SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio 13-14; 18-09-1656: Testament; Wij Michiel Hendricksen en Anthonius Jansz Schepenen in Blaricum, Cornelis Pietersz, Steffen Hermensz, Lijsbet Hendricks als ghetuijgen ons hebben bevonden ten huijse van Willem
Tonisz onse buurman . onleesbaar . dat sijn jongste broeder Pieter Tonisz sal voor uijt sijn goederen hebben een shalf mutset boulants, met f 100,- aen gelt waar teghens sall sijn huijsvrouw Geert Lambert hebben een acker met ook f 100,- aen
gelt. Voorts dat sijn meerder naelatende goederen sullen erven op sijn Broeder Pieter Tonisz en sijn suster Trijntien Tonisz en sijn broeders kinder. Mits conditie dat se sijn Vader Anthonies Jansz daar voor moeten onderhouden in kost en
klederen.
Getuijgen: Leo Steffensz ordinaris lantmeter tot Blaricum
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 14-15; 24-01-1657:
.. tot Blaricum gegaen ten huijse van Geertien Lamberts weduwe van Willem Thonisz zaliger
.. dat Pieter Lambertsz wonende tot Huijsen als broeder van Geert Lamberts weduwe van Willem Tonisz
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 36; 10-01-1669: Compareerden voor Schepenen tot Laren, Pieter Lambertsz, Tijmen Jaob Gerritsz voor haar selve, Isaack Mathijsz als vooght over de kinderen van Otto Lambertsz en Thomas Jacobsz Henvliet gerquireerde
voor Reijer Jan Reijersz ter eenre en Reijer Lubbertsz als weduw-man van Geertien Lambertsz sijne geweesene huijsvrouw ter andere sijde..
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 56; 04-11-1669: Laren; Compareerde Claas Isaacksz, die bij forme van willige condemnatie aengenomen heeft aen Reijer Lubbertsz als boedelhouder van de naelatenschap van Geertien Lamberts sijn afgestorven huijsvrouw
te betalen een somme van f 150,-
-
SAGV155.2-3235, Folio 169-170; 17-11-1670: (Moeilijk leesbaar) Compareerden ter Secretarie van Blaricum Pieter Lambertsz Bol, Timen Jacob Gerritsz en Lambert Reijersz mitsgaders Reijer Jansz als vader en vooghdt van Neeltge Reijers en noch de
voornoemde Timen Jacob Gerritsz als vooghdt van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz te samen erfgenamen van Geertge Lamberts als namentlijck de voornoemde Pieter Lambertsz Bol en Timen Jacob Reijers??? voor 1/4 part Lambert Reijersz en
Neeltgen Reijers te samen voor 1/4 part en de kinderen van Otto Lambertsz te samen 't resterende 1/4 part en verclaerden sij comparanten aen gaende de erfenisse van de voornoemde Geertgen Lambertsz soo als deselve en haer gedeelt was tegens
Reijer Lubbertsz weduwenaer van de selve geschift en gescheijden te sijn in de maniere als volght dat namentlijck .. volgt verdeling van gronden,
relatie (1)
met Willem Thonisz , zn. van Thonis Jansz Coppen Cop
>